De meeste kattenbezitters hebben niet de bedoeling om met de kat te fokken. Daarom is het castreren van de kater net zo belangrijk als het steriliseren van de poes. In Nederland worden vrijwel alle katers gecastreerd.
Castratie is een standaardoperatie waarbij de zaadballen van de kater worden verwijderd waardoor hij onvruchtbaar wordt.
Over het algemeen worden katers vaak op jonge leeftijd van zo’n 6 – 7 maanden gecastreerd.
Begint de kater al eerder met sproeien, dan is het beter om hem al meteen te laten castreren. Want des te langer de kat sproeit, des te kleiner is de kans dat dit gedrag verdwijnt na de castratie.
Redenen om je kat te castreren
Wanneer je jouw kat laat castreren wordt hij natuurlijk onvruchtbaar. De voornaamste reden om een kater te castreren is om het gedrag, welke veroorzaakt wordt door hormonen van de kater, te beïnvloeden.
Een volwassen kater krijgt een zeer doordringende onplezierige urinegeur. Vaak gaan ze uit territoriumdrang deze lucht in huis verspreiden door overal tegen aan te sproeien.
Een andere reden is dat een kater graag langs alle poezen in de buurt gaat en dus buiten grote afstanden gaat afleggen. Hij heeft daardoor een grotere kans op verkeersongelukken, besmettelijke ziekten, zoals FIV (= kattenaids) en FeLV (= kattenleukmie).
Door het vechten met andere katers kan hij bijt- en krabwonden oplopen, in deze wonden kunnen dan abcessen ontstaan en dergelijke. Uit onderzoek is gebleken dat een gecastreerde kat gemiddeld twee keer zo lang leeft als een niet gecastreerde kat.
Er zijn nog andere redenen waarom je jouw kat kunt laten castreren, in het artikel “Voor- en nadelen castratie kat” kun je nog enkele belangrijke redenen teruglezen
Operatie
In verband met het sproeien en geslachtsrijp worden van de kater is de beste leeftijd om je kater te laten castreren als hij zo’n 6 á 7 maanden oud is. Sommige katers beginnen al eerder te sproeien, in dat geval kun je hem het beste direct laten castreren. Zou je wachten, dan kan het sproeien aangeleerd gedrag worden en helpt de castratie niet meer daartegen.
Tijdens de operatie wordt er voor het verwijderen van iedere testikel (zaadbal) een klein sneetje in het scrotum (balzak) gemaakt, waarna de twee testikels van de kater worden verwijderd.
Door het samentrekken van de huid gaan de wondranden naar elkaar toe. Daarom hoeven de beide sneetjes niet te worden gehecht. De ingreep gebeurt onder volledige narcose en duurt gemiddeld zo’n 10 minuten.
Het kan voorkomen dat er één of beide testikels niet goed zijn ingedaald. Deze moet dan via de lies of de buik worden verwijderd. Reden daarvan is dat ook een niet ingedaalde testikel het hormoon testosteron produceert. Zou je de ingedaalde testikel laten zitten heeft de castratie geen zin en zou je kater het katergedrag, zoals sproeien, toch nog blijven doen.
Door de castratie stopt de productie van het hormoon testosteron. Je moet er echter wel rekening mee houden dat na de castratie niet gelijk al het testosteron uit het lichaam van de kater is verdwenen.
Testosteron blijft nog zo’n 6 weken in de bloedsomloop van de kat zitten, waardoor je nog niet direct kunt zien wat voor invloed de castratie op het gedrag van je kat heeft.
Nazorg
De kat mag dezelfde dag nog worden opgehaald. Hij zal bij thuiskomst nog niet helemaal fit zijn, maar de volgende dag zal hij weer een stuk levendiger zijn.
Je moet er wel op letten dat hij niet overmatig aan zijn wond gaat likken. Meer informatie over de nazorg kun je lezen in het artikel “Nazorg sterilisatie kat“.
Conclusie
Katers worden meestal op jonge leeftijd gecastreerd. Op deze leeftijd castreren heeft geen nadelige gevolgen. Als voordeel heeft het in een vroeg stadium castreren van de kater dat de castratie ervoor zorgt dat je kater van zijn hormonale ongewenste driften bespaart blijft en je een aangenamer en minder dominante huisgenoot krijgt.