Informatie over sterilisatie en castratie bij katten

Fabels en feiten over sterilisatie en castratie bij katten

Een poes wordt niet gesteriliseerd maar gecastreerd.
Dit is waar. De term sterilisatie is medisch gezien onjuist, want de medische ingreep bij de poes houdt in dat de eierstokken worden verwijderd en dat is eigenlijk een castratie.

In de volksmond wordt deze ingreep wel sterilisatie genoemd.

Het is voor de poes beter om eerst krols te worden voordat je haar laat steriliseren.
Dit is niet waar. De beste leeftijd om je kat te laten steriliseren is rond 6 maanden. Het is juist beter om de poes voor de eerste krolsheid te laten steriliseren. Ze heeft dan geen last van de hormoonstorm tijdens de pubertijd.

Een vroege sterilisatie heeft ook een beter effect om in de toekomst baarmoederontsteking en melkkliertumoren te voorkomen.

Het is beter voor de poes als ze eerst een nestje kittens krijgt voordat je haar laat steriliseren.
Dit is onzin. Een poes is al op zeer jonge leeftijd vruchtbaar. Het heeft alleen maar voordelen om haar voor deze tijd te laten steriliseren.

Ze zal niet krols worden, met alles wat dat met zich meebrengt, ze zal niet zwanger raken en een vroege sterilisatie geeft haar een betere bescherming tegen ziektes zoals baarmoederontsteking en melkkliertumoren.

Castratie is hetzelfde als sterilisatie.
Medisch gezien is dit onjuist. Bij een castratie worden bij katers de ballen en bij poezen de eierstokken (en eventueel de baarmoeder) verwijderd waardoor het dier niet meer vruchtbaar is.

Bij sterilisatie wordt gezorgd dat het dier niet meer vruchtbaar is door bij de katers de zaadleiders door te knippen en bij de poezen de eileiders te onderbreken. Bij sterilisatie zal het dier nog steeds zijn kenmerken typerend voor zijn geslacht tonen.

Als je een kater te vroeg castreert, groeit hij niet meer.
Een gecastreerde kater groeit gewoon door. De hormonale ontwikkeling staat alleen maar stil.

Katers sproeien en plassen altijd in huis
Dit is niet waar. Als een kater tijdig (dus voor de leeftijd van een maand of 6) gecastreerd wordt heb je geen last van sproei- en plasgedrag in huis.

Als hij wel ineens in huis gaat plassen kun je het beste bij de dierenarts langs gaan, want dan heeft dit meestal een aanwijsbare oorzaak. Je kat kan dan last hebben van blaasgruis of een blaasontsteking.

Een gecastreerde poes of kater is een slechte muizenvanger.
Dat is onzin. Castratie heeft weinig invloed op het jachtinstinct van de kat. Hij zal nog steeds muizen willen vangen.

Wel is het een feit dat een gecastreerde kat minder voedsel nodig heeft.

Een kat wordt na de sterilisatie / castratie altijd dik en daar kun je niks aan doen.
Dat is onzin. Na de sterilisatie / castratie krijgt de kat een lagere stofwisseling. De eigenaar dient rekening te houden dat de kat minder voer nodig heeft.

Het is belangrijk om het gewicht van de kat vooral de eerste twee maanden na de sterilisatie / castratie goed in de gaten te houden en zo nodig de voeding aan te passen.

Als de kitten brokjes kan eten is het kitten oud genoeg om bij de moeder weg te kunnen.
Dit is niet waar. In de natuur blijft een kitten anderhalf jaar bij zijn moeder. Ze blijft de eerste 6 maanden moedermelk drinken.

Najaarskittens zijn minder sterk dan voorjaarskittens.
Dit is wel waar voor de wilde katten, maar onjuist voor onze huiskatten.

Wilde katten hebben in het voorjaar en de zomer een ruimer voedselaanbod dan in het najaar en in de winter. Daarom moet de wilde kat in het najaar en de winter veel meer energie steken in de jacht op voedsel.

Het slechtere en koude weer doet ook een aanslag op de gezondheid. Hier hebben onze huiskatten weinig last van.

Het komt geregeld voor dat er fouten worden gemaakt in de bepaling van het geslacht van de kitten.
Dit is waar. Het is niet altijd makkelijk om bij kittens te zien of het een poes of een kater is.

Dit komt omdat beide de geslachts-/ plasopening onder de anaalopening hebben. Bij de kater is de geslachtsopening in de vorm van een rondje en bij de poes is de geslachtsopening in de vorm van een streepje. Ook zit er bij de kater meer ruimte (door het balzakje) tussen de anaalopening en de geslachtsopening dan bij de poes.

Als de kat wat ouder is dan kun je ook de ballen zien of voelen, wat de bepaling van het geslacht dan ook weer makkelijker maakt.

Een lapjeskat is altijd een poes.
Dat is waar. Een lapjes of schildpadkleur (zwart met rood met of zonder wit) is altijd een poes. Dit is genetisch bepaald.

Rode katten zijn altijd katers.
Dit is niet waar. Een rode kitten hoeft niet altijd een kater te zijn, want er zijn ook rode poezen (dit komt niet heel veel voor).